Duizenden jaren voordat de eerste blanke mensen naar Amerika kwamen woonden er al heel veel mensen. Deze mensen kwamen ongeveer 20.000 jaar geleden als eerste in Amerika en kwamen uit Azië en andere delen van Amerika. Deze mensen nu Indianen genoemd, verspreiden zich over heel Amerika en pasten zich aan, aan de omgeving waarin ze woonden. Ieder ontwikkelde zijn eigen leefwijze.

Totdat de Vikingen Noord-Amerika ontdekten en later de Europeanen onder leiding van Christophorus Columbus het land binnen trokken. Columbus was op zoek naar een nieuwe vaarroute naar Indië toen hij toevallig Amerika ontdekte.

Hij dacht dat het Indië was en dus noemde hij de mensen daar “Indianen”. Later ging iedereen die naam gebruiken voor de oudste inwoners van Amerika.

Columbus was dus 1 van de eerste blanken die kennis maakte met de Indianen, hij merkte wel dat deze mensen heel anders leefden dan de mensen in Europa. Indianen konden niet lezen en niet schrijven en hadden heel andere gebruiken dan de blanken in Europa. Columbus noemde hen als ‘wilden'. En de indianen leefden ook echt heel anders dan de Europeanen, ze maakten geen dieren dood zonder eerst hun god om vergeving te vragen, ze gingen heel voorzichtig om met de natuur.

Tot voor de 19 de eeuw zijn er bijna geen blanken naar de grote vlakten in Amerika gekomen, maar daarna veranderde dit.

In de tussentijd bestond Amerika uit honderden verschillende culturen en hadden alle stammen hun eigen taal ontwikkeld. De indianen leefden in families bij elkaar en elke familie ook wel stam genoemd, had een eigen opperhoofd, dit was vaak een man die de baas was. Nu noemen de meeste Indianen in Amerika zich “Inheemse Amerikanen” of “Eerste Amerikanen”.